ATEX-explosieveiligheid 2014/34/EU
Explosieveiligheidsconcept – Veiligheid voor uw medewerkers en installaties

U weet het zelf ongetwijfeld maar al te goed: waar brandbare gassen, dampen of stof voorkomen, kunnen storingen of zelfs explosies grote gevolgen hebben. Precies dan komt het onderwerp ATEX-explosieveiligheid aan bod. Met HLU hebt u een betrouwbare partner aan uw zijde.
Op deze pagina leggen wij u uit waar het bij ATEX-explosieveiligheid om draait en waarom het zo belangrijk is voor uw bedrijf.
Waarom is explosieveiligheid zo essentieel?
ATEX-richtlijn: wettelijke regeling
Met ATEX-conforme oplossingen voldoet u aan de wettelijke voorschriften en vermijdt u waarschuwingen, boetes of zelfs sluitingen.
Bescherming van mensenlevens
Ongelukken kunnen verwoestende gevolgen hebben – een optimale explosieveiligheid is de beste voorzorg.
Bedrijfsmatige veiligheid en efficiëntie
Een goed doordacht explosieveiligheidsconcept bespaart u dure stilstandtijden en de daaruit voortvloeiende kosten.
Wat betekent ATEX eigenlijk?
De ATEX-productrichtlijn 2014/34/EU bepaalt aan welke normen apparatuur en producten moeten voldoen die in explosiegevaarlijke omgevingen worden toegepast. ATEX staat voor de Franse benaming ‘ATmosphère EXplosible’ en wordt gebruikt als synoniem voor twee Europese richtlijnen, de ATEX-productrichtlijn 2014/34/EU en de ATEX-bedrijfsrichtlijn 1999/92/EG, op het gebied van explosiegevaar onder atmosferische omstandigheden.
Misschien hebt u in dit verband ook al gehoord van de BetrSichV (Betriebssicherheitsverordnung, Duitse bedrijfsveiligheidsverordening) of de ExVO (Explosionsschutzverordnung, Duitse verordening inzake explosiebescherming) over het in de handel brengen van apparaten en beschermsystemen voor explosiegevaarlijke gebieden. Ze dienen allemaal hetzelfde doel: personen en installaties te beschermen tegen explosiegevaar.
De eisen aan ventilatoren in de ATEX-omgeving zijn gedetailleerd beschreven in de normen DIN EN 14986 en DIN EN ISO 80079.
Belangrijke richtlijnen in één oogopslag
Om het veilige gebruik van apparaten en beschermsystemen in explosiegevaarlijke gebieden te waarborgen, moet rekening worden gehouden met een aantal wettelijke voorschriften en technische normen. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste richtlijnen en normen betreffende explosieveiligheid:
EU-richtlijnen en nationale verordeningen
- 2014/34/EU (ATEX-apparatenrichtlijn)
Regelt de eisen aan apparatuur en beschermsystemen voor gebruik in explosiegevaarlijke gebieden binnen de EU. - 1999/92/EG (ATEX-bedrijfsrichtlijn)
Definieert de verplichtingen voor gebruikers van installaties, inclusief zone-indeling, risicobeoordeling en vereiste veiligheidsmaatregelen.
- BetrSichV (Betriebssicherheitsverordnung, Duitse bedrijfsveiligheidsverordening)
Nationale implementatie van de ATEX-exploitantenrichtlijn in Duitsland. Deze verordening concretiseert de veiligheidsmaatregelen en eisen voor de veilige werking van installaties. - ExVO (Explosionsschutzverordnung, Duitse verordening inzake explosiebescherming)
Regelt het in de handel brengen van apparaten en beschermsystemen voor gebruik in explosiegevaarlijke gebieden.
Relevante DIN- en EN-normen voor de explosieveiligheid
- DIN EN 1127-1 – explosieveiligheid – Deel 1: Grondslagen en methodiek
Deze norm beschrijft de fundamentele principes en methoden voor het vermijden en beheersen van explosies. - DIN EN 13237 – Begrippen voor apparaten en beschermsystemen voor gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Bevat een uniforme definitie en begripsverklaringen voor de explosieveiligheid. - DIN EN 14986 – Constructie van ventilatoren voor gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Deze norm specificeert de technische eisen voor de constructie van ventilatoren die in explosieve atmosferen worden gebruikt.
- DIN EN 15198 – Methode voor risicobeoordeling van niet-elektrische apparaten en componenten
Biedt een gestandaardiseerde aanpak voor risicobeoordeling van niet-elektrische apparatuur in explosiegevaarlijke zones. - DIN EN ISO 80079-36 – Explosieveiligheid – Niet-elektrische apparaten – Basismethoden en eisen
Stelt de algemene eisen vast voor niet-elektrisch materieel voor gebruik in explosieve atmosferen. - DIN EN ISO 80079-37 – Explosieveiligheid – Niet-elektrische apparaten – Beveiligingstype voor constructieveiligheid 'c'
Beschrijft veiligheidsmaatregelen voor niet-elektrische apparaten, in het bijzonder de bescherming door constructieveiligheid (bijv. speciale bouwwijzen ter voorkoming van ontstekingsbronnen).
Hoe ontstaat een explosie?
Ontstekingsvoorwaarden | Explosiedriehoek
zuurstof / ontstekingsbron / brandbare stof

Een explosie is altijd het resultaat van een wisselwerking tussen drie fundamentele factoren: een brandbare stof (zoals gas, damp of stof), voldoende zuurstof (lucht) en een ontstekingsbron (bijv. vonkvorming door elektrostatische opladingen of oververhitte componenten). Wanneer al deze componenten in een bepaalde mengverhouding samenkomen en worden ontstoken, kan er een explosie optreden. Daarom geldt: als slechts één van deze factoren wordt uitgesloten, kan de "explosieve driehoek" niet ontstaan.
Precies hier begint explosieveiligheid – door geschikte maatregelen te nemen die de aanwezigheid van deze factoren ofwel minimaliseren of controleren, kan het risico op een explosie gericht worden verminderd.
Explosieveiligheidsrichtlijn 2014/34/EU
ATEX-apparatenrichtlijn
Richtlijn voor apparaten en beschermsystemen voor reglementair gebruik in explosiegevaarlijke gebieden 2014/34/EU.
De richtlijn 2014/34/EU definieert de minimumeisen voor apparaten en beschermsystemen die in explosiegevaarlijke omgevingen worden gebruikt. De richtlijn schrijft voor hoe producten volgens de "Essential Health and Safety Requirements" (EHSR) moeten worden getest en gemarkeerd, bijvoorbeeld door het CE-teken en de ATEX-markering of Ex-markering.
Wanneer een product aan alle vereisten voldoet, ontvangt het een zogenaamd ATEX-certificaat, dat de conformiteit met de norm officieel bevestigt.
Fabrikanten moeten deze certificering aantonen, terwijl gebruikers volgens de ATEX-exploitantenrichtlijn 1999/92/EG verantwoordelijk zijn voor de correcte installatie en zone-indeling. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat mensen en installaties volledig worden beschermd tegen explosierisico's.
Ex-zones volgens de ATEX-productrichtlijn
Definitie en zone-indeling
In explosiegevaarlijke gebieden is het essentieel te weten hoe vaak en hoe lang ontvlambare gassen, dampen of stof kunnen optreden. Precies daarvoor worden de zogenaamde ATEX-zones vastgesteld. Bij de zone-indeling voor de explosieveiligheid wordt er in principe onderscheid gemaakt tussen het transportmedium in de ventilator (binnen) en de omgeving in het installatiegebied (buiten). De zones geven aan of gevaarlijke mengsels voortdurend (zone 0/0), af en toe (zone 1/1) of zelden (zone 2/2) aanwezig zijn.
Op basis van deze indeling kunnen veiligheidsmaatregelen worden opgesteld en apparaten worden geselecteerd die aan de respectievelijke eisen voldoen. Zo beschermt u niet alleen medewerkers en installaties, maar voldoet u tegelijkertijd aan de vereisten van de ATEX-richtlijn (2014/34/EU) en de BetrSichV (Betriebssicherheitsverordnung, Duitse bedrijfsveiligheidsverordening). Door uw zones correct te classificeren, legt u de basis voor een explosieveiligheid die werkt - en wel precies daar waar het echt nodig is.
Let op: als gebruiker van de installatie bent u verplicht om een risicobeoordeling uit te voeren. Als u vragen hebt over de zone-indeling, staan keuringsinstanties zoals bijvoorbeeld de TÜV of de beroepsvereniging tot uw beschikking. De onderstaande tabel dient als eerste oriëntatie.
Een explosieve gasatmosfeer is … | ATEX Ex-zone | ATEX apparaatcategorieën | IEC (Internationaal) EPL (Beschermingsniveau van apparatuur) |
---|---|---|---|
meer dan 30 min. per jaar voorhanden, echter dagelijks minder dan 50% van de bedrijfsduur | Zone 1 | Categorie 2G | Gb |
max. 30 min. per jaar voorhanden | Zone 2 | Categorie 3G | Gc |
Mogelijke Ex-zones bij HLU kunststofventilatoren
Kunststofventilatoren komen vaak voor in sectoren zoals de chemische industrie, levensmiddelenindustrie en farmaceutische industrie. In het bijzonder bij chemisch agressieve afvoerlucht is het gebruik van corrosiebestendige materialen essentieel om een veilige en efficiënte werking te garanderen.
Daarbij speelt niet alleen het transportmedium binnenin de ventilator, maar ook de omgeving in het installatiezone een rol. Beide zones worden geclassificeerd in het kader van de explosieveiligheid om geschikte veiligheidsmaatregelen te selecteren.
Hieronder vindt u een compact overzicht van typische zonecombinaties voor kunststofventilatoren:
Transportmedium in ventilator (binnen) | Omgeving in het installatiegebied (buiten) |
---|---|
Zone 1 | Zone 1 |
Zone 1 | Zone 2 |
Zone 2 | Zone 2 |
Zone 2 | geen zone |
ATEX-markering / Ex-markering
Overzicht van de ATEX-markering en apparaatcategorisering

1. CE-markering
Het CE-keurmerk documenteert dat het apparaat voldoet aan de Europese richtlijnen (inclusief de ATEX-richtlijn 2014/34/EU).
2. Ex-markering
De Ex-markering wijst op het gebruik in explosiegevaarlijke gebieden. Het is essentieel om apparaten eenduidig als "explosieveilig" te identificeren.
3. Apparaatgroep
- I (mijnbouw): Apparaten voor gebruik ondergronds, met name in mijnen.
- II (alle andere gebieden): Apparaten voor alle overige industriebereiken, zoals chemie-, farmaceutische of levensmiddelenindustrie.
4. Apparaatcategorie
- Categorie 2: Geschikt voor zone 1 (gassen/dampen)
- Categorie 3: Geschikt voor zone 2 (gassen/dampen)
- "-" (koppelteken): Gebruik in omgevingen zonder Ex-eisen.
5. Explosiegroepen
- IIA
- IIB
- IIB + H₂
IIC
Deze groepen beschrijven de ontvlambaarheid van gassen.
IIC staat voor het hoogste gevareniveau en omvat gassen zoals waterstof.
6. Beschermingswijze
- Ex h: Kenmerkt niet-elektrische apparatuur, die explosieveilig is ontworpen.
7. Temperatuurklasse
- T3: Max. toegestane oppervlaktetemperatuur van 200 °C.
- T4: Max. toegestane oppervlaktetemperatuur van 135 °C (omvat T1, T2 en T3).
8. Beschermingsniveau (EPL)
- Gb: Apparaatbeschermingsniveau voor categorie 2G.
- Gc: Apparaatbeschermingsniveau voor categorie 3G.
De afkorting EPL staat voor "Equipment Protection Level", dus het vereiste beschermingsniveau van een apparaat in de Ex-omgeving.
De volledige markering "CE Ex II 2/3G Ex h IIB T3 Gb/Gc" kan als volgt worden gelezen:
Aanduiding | Definitie |
---|---|
1. CE | : Apparaat voldoet aan de Europese richtlijnen |
2. Ex | : Apparaat voldoet aan de Europese ATEX-voorschriften |
3. II | : Inzet in gebieden buiten de mijnbouw |
4. 2/3G | : Combinatie van categorie 2 (zone 1) en categorie 3 (zone 2) voor gassen/dampen |
5. Ex h | : Beschermingswijze voor niet-elektrische apparatuur |
6. IIB | : Explosiegroep IIB (gemiddeld ontstekingsgevoeligheidsniveau) |
7. T3 | : Temperatuurklasse tot max. 200 °C |
8. Gb/Gc | : Apparaatbeschermingsniveau voor zone 1 (Gb) en zone 2 (Gc) |
HLU typeplaatje kunststofventilator
CE-markering en Ex-markering
Ons typeplaatje geeft u in één oogopslag alle belangrijke informatie over uw ventilator. Naast de technische gegevens vindt u hier het CE-markering en de Ex-markering, die de naleving van de geldende normen en richtlijnen bevestigen. De gegevens over de Ex-zones van de ventilator maken een veilige classificatie van de toepassingsgebieden in explosiegevaarlijke atmosferen mogelijk.
Bovendien zijn de beschermingsspecificaties van de motor duidelijk gemarkeerd volgens de ATEX-richtlijn.
Via de QR-code hebt u directe toegang tot de ordergerelateerde technische gegevens en documentatie, zodat u te allen tijde alle relevante informatie digitaal kunt opvragen.
Het typeplaatje zorgt daarmee voor maximale transparantie en veiligheid – zowel bij de inbedrijfstelling als tijdens de werking.
Ex-gecertificeerde ventilatoren van HLU

De kunststofventilatoren van HLU zorgen voor een betrouwbare afzuiging en veilige transport van afvoerlucht, die belast is met explosieve gassen, dampen of stof. De apparaten zijn speciaal ontworpen voor het omgaan met chemisch agressieve afvoerlucht.
ATEX-uitvoering
zone 2 binnen / geen zone buiten
- Behuizing en waaier
van elektrisch geleidend en moeilijk ontvlambaar PPs-el - Asafdichting
voor maximale bedrijfsveiligheid en bescherming tegen lekkages - Optioneel beschermrooster
aan de zuig- en perszijde ter bescherming tegen vreemde voorwerpen - Typeplaatje met Ex-Kennzeichnung en documentatie
voor eenvoudige identificatie en rechtsconform gebruik in zone 1 en 2
ATEX-uitvoering
zone 2 binnen / zone 2 buiten
- Behuizing en waaier
van elektrisch geleidend en moeilijk ontvlambaar PPs-el - Asafdichting
voor maximale bedrijfsveiligheid en bescherming tegen lekkages - Optioneel beschermrooster
aan de zuig- en perszijde ter bescherming tegen vreemde voorwerpen - Motor voor enkelvoudige netvoeding
II 2G Ex eb II T3 Gc - Motor voor FO-bedrijf
II 2G Ex db eb IIC T4 Gb met PTC-thermistor - Typeplaatje met Ex-Kennzeichnung en documentatie
voor eenvoudige identificatie en rechtsconform gebruik in zone 1 en 2
ATEX-uitvoering
zone 1 binnen / zone 2 buiten of
zone 1 binnen / zone 1 buiten
- Behuizing en waaier
van elektrisch geleidend en moeilijk ontvlambaar PPs-el - Asafdichting
voor maximale bedrijfsveiligheid en bescherming tegen lekkages - Optioneel beschermrooster
aan de zuig- en perszijde ter bescherming tegen vreemde voorwerpen - Motor voor enkelvoudige netvoeding
II 2G Ex eb II T3 Gc - Motor voor FO-bedrijf
II 2G Ex db eb IIC T4 Gb met PTC-thermistor - Typeplaatje met Ex-Kennzeichnung en documentatie
voor eenvoudige identificatie en rechtsconform gebruik in zone 1 en 2
HLU ATEX-documentatie
Bij producten die in explosiegevaarlijke gebieden worden gebruikt, speelt een duidelijke documentatie een centrale rol. Naast de ATEX-conformiteitsverklaring, die de conformiteit met de richtlijn 2014/34/EU bevestigt, wordt een individueel en ordergerelateerd fabriekscertificaat 2.2 volgens DIN EN 10204 opgesteld.
ATEX-certificaat / fabriekscertificaat 2.2
Wat is een fabriekscertificaat 2.2?
- Een fabriekscertificaat 2.2 (in het Duits "Abnahmeprüfzeugnis 2.2" genoemd) is een verklaring van de fabrikant die bevestigt dat het geleverde product in overeenstemming met de overeengekomen technische specificaties wordt vervaardigd.
- Dit certificaat bevat algemene informatie over de constructie, gebruikte materialen en eventueel uitgevoerde inspecties.
- Het fabriekscertificaat 2.2 dient als bewijs dat de productie in overeenstemming met de relevante normen en kwaliteitseisen plaatsvindt.
Hoe wordt de documentatie verstrekt?
- Het fabriekscertificaat 2.2 wordt oordergerelateerd opgesteld. Het certificaat bevat de informatie over precies de componenten die in uw specifieke order zijn voorzien.
- Samen met de orderbevestiging ontvangt u de volledige technische documentatie.
Op deze manier hebt u op het moment van levering alle relevante documenten tot uw beschikking, bestaande uit technische documenten, gebruikershandleiding incl. conformiteitsverklaring en ATEX-certificaat (fabriekscertificaat 2.2) – een belangrijke stap om voor interne processen of voor autoriteiten alle bewijzen binnen handbereik te hebben.
Tip: gebruikershandleiding, conformiteitsverklaring en individuele gegevenskaart/reserveonderdeellijst kunnen worden opgehaald via de QR-code op het ventilator-typeplaatje!
- Download via website: productgerelateerde downloads
HLU ATEX-flyer
Explosieveiligheid ATEX 2014/34/EU
Een overzicht van onze HLU-kunststofventilatoren in ATEX-conforme uitvoering vindt u in onze HLU ATEX-flyer.
Download nu de flyer als PDF.

Technische folder explosiebescherming
Overzicht van kunststof ventilatoren in ATEX-ontwerp

Nu aanvragen
Heb je vragen of wil je een offerte? Neem direct contact met ons op!
Personal contact for your enquiry

Adrian Costiniuc
Head of International Sales, fans and ventilation components

Sarah Di Cicco
Head of International Sales - East-Asia, fans and ventilation components

Christoph Reimers
Head of International Sales - East-Asia, fans and ventilation components